Alles over een auto van de zaak
Alles over een auto van de zaak
Bij Zero Administratie & Advies weten we dat het aanbieden van een auto van de zaak aan je medewerkers een belangrijke arbeidsvoorwaarde kan zijn. Maar voordat je dit doet, is het essentieel om de verschillende aspecten te begrijpen, van bijtelling tot rittenadministratie. In deze blog gaan we dieper in op wat een auto van de zaak inhoudt en welke overwegingen daarbij komen kijken.
Wat is een auto van de zaak?
Een auto van de zaak, ook bekend als een bedrijfsauto of leaseauto, is een voertuig dat door een werkgever aan een werknemer wordt verstrekt voor zakelijk en vaak ook privégebruik. Het is een secundaire arbeidsvoorwaarde die steeds vaker voorkomt in arbeidsovereenkomsten.
Een auto van de zaak kan op twee manieren worden geregeld: via een leaseovereenkomst op naam van de medewerker of door de werkgever ter beschikking te stellen. Het belangrijkste verschil tussen beide is wie de juridische eigenaar van de auto is. Bij een leaseauto staat deze op naam van de medewerker, terwijl bij terbeschikkingstelling de auto eigendom blijft van de werkgever.
Bijtelling auto van de zaak
Een van de kernaspecten van een auto van de zaak is de bijtelling, die direct van invloed is op het nettoloon van de werknemer. Hoe werkt bijtelling nou eigenlijk? En hoe wordt het verschil tussen bruto en netto berekend?
Het verschil tussen bruto en netto bijtelling
Wanneer een werknemer een auto van de zaak ook privé gebruikt, wordt dit gezien als loon in natura. Dit bedrag, de bijtelling, wordt bij het bruto inkomen opgeteld en vervolgens belast. Het bijtellingsbedrag is afhankelijk van de cataloguswaarde van de auto en de CO2-uitstoot.
Met een oldtimer (auto ouder dan 40 jaar) betaal je 35% bijtelling over de dagwaarde van de auto. De bijtelling van nieuwere auto’s is vaak 22% over de cataloguswaarde, ofwel de nieuwprijs van de auto.
Rittenadministratie en uitzonderingen
Hoewel het officieel is toegestaan om werknemers tot 500 kilometer per jaar privé met de auto van de zaak te laten rijden, zijn er strikte administratieve eisen verbonden aan deze uitzondering. Werknemers die minder dan 500 kilometer per jaar privé met de auto van de zaak hebben gereden kunnen een verklaring geen-privégebruik aanvragen. Dit is omdat de werkgever niets bij het loon telt voor het voordeel van het privégebruik. Er is dan geen sprake van bijtelling en je betaalt dus ook geen belasting over het voordeel van het privégebruik.
Daarnaast is het ook verplicht om een nauwkeurige rittenadministratie bij te houden. Zelfs wanneer een GPS-tracker wordt gebruikt, blijven deze administratieve vereisten van kracht om duidelijk te maken wie wanneer de auto heeft gebruikt en voor welk doel.
Bijtelling verrekening en eigen bijdrage
Werknemers kunnen ervoor kiezen om een eigen bijdrage te leveren voor het privégebruik van de auto van de zaak. Deze eigen bijdrage kan worden verrekend met de bijtelling, wat betekent dat het bedrag dat bij het bruto inkomen wordt opgeteld, wordt verminderd met de eigen bijdrage. Dit geldt ook voor zaken zoals brandstofkosten, waarbij de werknemer de bonnetjes kan indienen om deze kosten te verrekenen met de bijtelling.
Aanvullende reiskostenvergoeding
In sommige gevallen bieden werkgevers een aanvullende reiskostenvergoeding voor woon-werkverkeer aan werknemers die ook een auto van de zaak hebben. Deze vergoeding kan verschillende vormen aannemen, zoals een vergoeding per kilometer of een vast bedrag per maand. Toch wordt deze aanvullende vergoeding in veel gevallen niet toegekend aan werknemers die al gebruikmaken van een auto van de zaak. Dit komt omdat de kosten van het woon-werkverkeer al worden gedekt door het gebruik van de auto van de zaak.
Toch kunnen er uitzonderingen zijn, afhankelijk van de specifieke afspraken tussen werkgever en werknemer. Of wanneer er bijvoorbeeld geen mogelijkheid is om de auto van de zaak te gebruiken voor woon-werkverkeer. In dergelijke gevallen kan een aanvullende reiskostenvergoeding alsnog worden overwogen. Het is echter belangrijk om deze situatie helder te communiceren om verwarring te voorkomen en ervoor te zorgen dat de vergoedingen eerlijk en consistent worden toegepast.
Speciale situaties bij een auto van de zaak
Voor directeuren-grootaandeelhouders (DGA’ers) en zelfstandigen zonder personeel (ZZP’ers) gelden specifieke regels met betrekking tot de bijtelling. Bij hen wordt de bijtelling via de inkomstenbelasting verrekend. Het is daarom verstandig om hier alvast rekening mee te houden en eventuele kosten te reserveren.
Het ter beschikking stellen van een auto van de zaak kan een aantrekkelijke arbeidsvoorwaarde zijn, maar het is cruciaal om alle fiscale en administratieve aspecten goed te begrijpen. Door op de hoogte te zijn van de regels en verplichtingen, kun je ervoor zorgen dat zowel werkgever als werknemer optimaal profiteren van deze regeling. Wil je meer weten over hoe Zero Administratie & Advies je hierbij kan helpen? Neem dan gerust contact met ons op voor advies op maat.